Tekeningencollectie

De verkoop van 526 tekeningen aan Hitler werd op 3 december 1940 gesloten. Het volgende document laat het verlies zien, wat hierdoor ontstaan is. Ook laat het de 30 tekeningen zien uit de Hollandse teekeningen 17e eeuw m/uitzondering van Rembrandt en Rembrandtleerlingen (260 nrs) die door de Duisters werden meegenomen als "Ersatz" voor de twee zeer waardevolle tekeningen die in 1939 door Franz Koenigs aan de Wereld Tentoonstelling in New York waren uitgeleend en daar gedurende de gehele oorlog bleven. De 30 tekeningen zouden na de oorlog met de twee waardevolle tekeningen omgeruild worden. Hannema en van Beuningen rekende op de goed afloop van de oorlog voor Hitler. Deze dertigtal tekeningen bevinden zich nog steeds als 'Ersatz' in het Pushkinmuseum. Ze worden door de Nederlandse Staat geclaimed die stelt eigenaar te zijn van deze tekeningen. De twee zeer waardevolle tekeningen werden na de oorlog toen zij uit Amerika terugkwamen aan de heer D.G.van Beuningen gegeven. De vrouwenkop van Albrecht Dürer heeft hij aan het Boijmans 'geschonken' de ander behield hij waardoor deze tekening met zijn gehele collectie in 1958 door zijn erven aan de Gemeente van Rotterdam werd verkocht.

 

Dit waren:

Collectie Tekeningen Catalogus

Tekeningencollectie voordien en thans

 

Koenigs  D.I. 161

Albrecht Dürer

'Kop van een vrouw'

zwart krijt; achtergrond groen gewassen 346 x 264 mm

Verzameling Eisler, verworven in 1928.

 

Koenigs D.I. 42

Mathias Grünewald

'Madonna op de Zon zwevend'

Zwart krijt op sommige plekken ligt gewassen, gele verf.

323 x 268 mm. Afbeelding naar beschrijving Nr.7 van de publikatie van de Savigny tekeningen door M.J. Friedländer.

Verzameling Savigny, verworven in 1925.


 

Waar is de tekening R51? 
De heer Ebbinge Wubben vraagt op 20 maart 1953 aan Hannema waar de tekening R 51 is gebleven. Volgens het Statement van Hannema is de tekening door D.G.van Beuningen aan Lucas Peterich zijn schoonzoon geschonken.

 

R51 Waar is de tekening? (pdf)

 

In de catalogus tekeningen bij Rembrandt und Schüler is boven de tekening R 51 in handschrift bijgeschreven dat de tekening in kwestie in 1953/1954 aan het Fogg Museum of Art Cambridge Mass. is verkocht.